INLEIDING
Voordat
de drie grote oorlogen tussen Romeinen en Carthagers uitbreken, verstrijken er
nog een paar jaren, die op zijn minst hoopgevend waren voor de toekomst van de
wereld rond het westelijk deel van de Middellandse zee. De betrekkingen tussen
de Romeinen en de Carthagers waren nog vriendelijk. Eerstgenoemden hadden het
druk met het consolideren van hun positie op het Apenijnse schiereiland en
dachten er nog niet ernstig aan om een grote vloot te bouwen, die de Carthagers
de heerschappij ter zee zou moeten betwisten.
Carthago
aan de andere kant kan zijn vreugde niet op. De Grieken hebben eindelijk het
loodje gelegd. Op Sicilië blijft alleen Syracuse nog autonoom. De Carthaagse
vloot beheerst de zeëen en zelfs Massalia waagt het niet om ver van de eigen kusten
te opereren. Het Afrikaanse achterland staat vrijwel geheel onder Carthaagse
controle en in Spanje neemt de Punische invloed toe.
Carthago
lijkt op het toppunt van haar macht en gedraagt zich bij tijden met enige
hoogmoed. Volgens Zonaras verschijnt er in 272 een Carthaagse vloot voor de
stad Tarente. Heel misschien komt het hier reeds tot een eerste kortstondige
confrontatie met de Romeinen. Voor het overige heerst er een vreemde rust over
het westelijke deel van de Middellandse zee. Het is de stilte voor de storm.
In
het oosten stormt het nog steeds. De Diadochenrijken staan elkaar constant naar
het leven en het is ook in deze tijd, dat de Parthen beginnen met de aantasting
van het grote Seleucidische rijk. Niettemin onderhoudt Carthago zo goed mogelijke
relaties met het Ptolemeëenrijk en het zwakker wordende Seleucië, zolang
althans beide rijken niet met elkaar in oorlog zijn.
De
Sahara wordt doorkruist met karavanen. Van verdere Atlantische reizen horen we
daarentegen niets meer. Carthago is mogelijk tevreden met wat het heeft. Een
voor dat kleine volk immens rijk en een nog groter afzetgebied, terwijl de
andere Fenicische/Punische nederzettingen, ondanks hun tributen aan Carthago,
goed kunnen meeprofiteren.
Het
is alleen voor Carthago wat lastig om de vorsten van Numidië, Mauretanië en
Iberië in toom te houden. Ook de Sarden wensen baas in het het binnenland van
hun eiland te blijven, terwijl de Grieken zich schijnbaar op Sicilië in hun lot
van schatplichtigheid schikken. Het ziet er allemaal veel te rooskleurig uit,
zoals in de komende decennia zou blijken. Zodra de Carthagers op hun eigen
domein zouden worden aangetast (en dat is de vloot en de zee), zou de
opgeblazen ballon van welvaart, rijkdom en macht, zij het met moeite, kunnen
worden doorgeprikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten