3.16.De achtste Siciliaanse oorlog.
De naar het zuiden oprukkende Romeinen moeten op den
duur wel in conflict komen met de overgebleven “vrije”Griekse steden. Op een
gegeven moment wordt aldaar in Zuid-Italië de stad Thurioi bedreigd door de
Bruttiërs. Thurioi roept dan de hulp in van de Romeinen, maar Thurioi is ook het gebied, dat tot de belangensfeer van
Tarentum en Rhegium behoort. Daar komt nog bij, dat een Romeinse vloot het
Lacinische voorgebergte voorbij vaart. Dat wordt de Tarentijnen teveel en ze
verdrijven deze Romeinse vloot. Sinds 282 bestaat er dan ook de staat van oorlog
tussen Tarentum en Rome. Op zichzelf had Tarentum geen kans tegen de goed
geoefende Romeinse legioenen, maar ze halen een geduchte hulp in huis. Koning
Pyrrhus van Epirus is wel genegen om Tarente te komen helpen. Zijn werkelijke
bedoelingen gaan echter veel verder, zoals later zal blijken. Met de komst van
deze voortreffelijke veldheer escaleert de oorlog op het Italische schiereiland
en vormt tevens de inleiding van de achtste Siciliaanse oorlog, waarbij
voornamelijk Grieken en Carthagers tegen elkaar op het eiland komen te staan.
3.16.1.De Romeins/Carthaagse
samenwerking.
Terwijl Pyrrhus in Zuid-Italië de Romeinen een
aantal malen verslaat, zijn de Grieken van Syracuse nog steeds met elkaar aan
het bakkeleien. Op dat moment grijpt Carthago in bij de Grieks-Romeinse oorlog
en dat had men achteraf bezien beter kunnen laten, want door de
Romeins/Carthaagse samenwerking zouden de Romeinen uiteindelijk bij Rhegium
terecht komen en dan nog maar een kleine aanleiding nodig hebben op de
zeestraat naar Sicilië over te steken. Begrijpelijk is het Carthaagse ingrijpen
wel. Men had al veel te veel last met Griekse avonturiers en men was blij nu na
de Etrusken een andere bondgenoot te vinden op het Italische schiereiland.
Bovendien had men al een lopend vriendschapsverdrag met Rome. Admiraal Mago
verschijnt dan ook met 120 tot 130 schepen te Ostia en Justinius en Valerius
Maximus melden ons, dat hij deze vloot de Romeinen als hulp aanbiedt. Het is
merkwaardig, dat in eerste instantie het aanbod door de Romeinse senaat wordt
afgewezen. Mago zou zich dan in verbinding gesteld hebben met Pyrrhus om uit te
vinden, wat zijn plannen met Sicilië waren. Of dit werkelijk gebeurd is, is
onzeker. Zo het al gebeurd is, dan is het te betwijfelen, of het serieus
bedoeld was. Het lijkt dan meer op een mooi uitspelen van Grieken en Romeinen
t.o.v. elkaar. In ieder geval schrikken de Romeinen waarschijnlijk zo van dit
mogelijke contact met Pyrrhus, dat ze nu opeens wel genegen zijn tot een
wederzijds militair verdrag op gelijkwaardige basis. En dat mag best
opmerkelijk genoemd worden. Het is inderdaad een van de zeer weinige militaire
verdragen, die Rome afsluit op gelijkwaardige basis.
De krijgsheer.
Het was dus ook een tijd van krijgsheren, althans vooral
in de Grieks-Romeinse wereld. De Griekse krijgsheer Pyrrhus is zo’n prachtig
voorbeeld. Hij was de eerste, die in Italië met krijgsolifanten ten tonele
verscheen. Hij werd te hulp geroepen door de stad Taras/Tarentum, dat door Rome in zijn
onafhankelijkheid werd bedreigd. Pyrrhus was koning van Epirus en hij bevocht
in 280-279 v.C. twee nipte overwinningen op de Romeinen. Hij leed echter zoveel
verliezen daarbij, dat hij van een aanval op Rome zelf moest afzien. Vervolgens
werd hij door de Grieken van Sicilië te hulp geroepen en daar verdreef hij de
Carthagers uit al hun steunpunten, behalve Lilybaion (Marsala). Dat betekent
overigens: van hier gaat het naar Libyë. Uiteindelijk verlaat de militaire
avonturier Sicilië weer. Hij schijnt toen
iets gezegd te hebben in de trant van: Wat
laat ik hier een prachtig strijdtoneel achter voor Rome en Carthago. Zijn
vloot wordt op de terugtocht door de Carthaagse vloot zwaar gehavend. Terug in
Italië verliest hij opnieuw terrein t.o.v. de Romeinen en keert terug naar
Epirus. In 272 v.C. komt hij aan zijn einde bij een straatgevecht in Argos,
althans volgens o.a. de overgeleverde boeken van met name Diodoros.
1.6.Pyrrhus P.Lévèque Paris 1957
Zie
Boek 280.PLUTARCH. Ausgewählte Biographien des Plutarch. 2.Timoleon u. Pyrrhos.
Otto Siefert – Friedrich Blass. Leipzig. Druck und Verlag von B.G.Teubner. 1879.
Het is een schooluitgave. Genealogie van de Dionysius-familie. Chronologisch
overzicht. De Griekse teksten zijn van inleidingen voorzien en worden in
‘notes’ verklaard. Grieks-Duitse woordenlijst.
In het jaar 279 zeilt Mago aan op Rhegion. Hier zet hij de meegenomen
Romeinse soldaten af. Een poging om
Messana te nemen mislukt. Daarna
zeilen de Carthagers door naar
Syracuse, blokkeren de haven en van de
landzijde wordt de belegering
begonnen door een Carthaags leger. Het
lijkt er dan eindelijk op, dat geheel
Sicilië in Carthaagse handen
geraakt, inclusief Syracuse, dat zich
nog nauwelijks kan verdedigen.
Pyrrhus heeft de Romeinen in Zuid‑Italië
enige gevoelige nederlagen
bezorgd, maar daarbij ook zelf
aanzienlijke verliezen geïncasseerd. De
Grieken op Sicilië roepen dan zijn
hulp in, want niets schijnt de
Carthagers nu nog van de volledige
overwinning in Sicilië af te kunnen
houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten