3.14.9. De eerste helft van het jaar 307 in Afrika.
In
Afrika blijft Archagatos achter aan het hoofd van het Griekse leger.
In
de winter van 308 op 307 worden door zijn officieren verschillende
expedities ondernomen. Eumachos verovert in het binnenland Tocai
(Thugga?) en Phelliné, terwijl Asphodélodes zich ophoudt in de streek
Khoumerië. Een andere expeditie voert naar Accra Hippou en verder naar
Acis. In Miltine lijden de Grieken veel
verliezen in een groot
straatgevecht. De Carthagers zitten niet stil en formeren in de lente
drie legers. In het zuiden opereert Adherbal en in het westen
Himilco. Daar tussen in bevindt zich Hanno.
STERKTE VAN DE LEGERS
Over de sterkte van het leger van Himilco:
FREEMAN gaat in zijn "History
of Sicily" uit van de uit de over‑
levering bekende 30.000 man, maar dat zal waarschijnlijk eerder
kunnen slaan op de drie strijdmachten samen.
MELTZER gaat in zijn "Geschichte der Karthager" dan ook uit
van
ieder 10.000 man. Anderzijds zal Archagatus later in Tunes de
overgebleven Grieken verzamelen. Die hebben dan samen met de
Libyërs en andere huurlingen nog een sterkte van 20.000 man.
Hiertegenover stellen dan de Carthagers de legers van Himilco
en Adherbal en die moeten ieder beduidend meer dan 10.000 man
hebben geteld, want anders zouden zij tegen de gebundelde macht
van Archagatus niet zijn opgewassen.
Nu lijkt dus 30.000 per leger teveel en 10.000 juist te weinig.
In aanmerking nemende, dat Carthago veelal een strijdmacht van
omstreeks 50.000 man in het veld kon brengen, lijkt daarom mede op
het voorafgaande, dat een strijdmacht van ca.15.000 man voor
Adherbal, Himilco en Hanno ieder het dichtst bij de waarheid kan
liggen.
Hanno heeft het eerst succes, want hij laat Aishrion met 4000 man
voetvolk en 200 ruiters in een hinderlaag lopen. De overlevende Grieken
vluchten naar Archagatos bij Tunes. Vervolgens is het de beurt aan
Eumachos met 8000 man voetvolk en 800 ruiters, die in het westen Himilco
tegen zich heeft met in totaal waarschijnlijk 15.000 man.
Tussen deze twee legers vindt een grote veldslag plaats, die
vermoedelijk
beslissend is geweest voor de afloop van de oorlog in
Afrika tussen Grieken en Carthagers. De Carthagers overwinnen Eumachos
volledig met als gevolg, dat bijna alle steden en dorpen zich nu weer
vrijmaken van de Grieken, die zich ijlings op Tunes terugtrekken.
Tunes wordt omsingeld en de overgebleven Grieken worden na verloop van
tijd bedreigd door uithongering.
Op
deze veldslag zal in de navolgende bladzijden uitvoerig worden
ingegaan, omdat het zo'n beslissende
gebeurtenis is. Tot dan toe kwamen
de
Grieken In Afrika eigenlijk altijd in alle grote gevechten min of
meer als overwinnaar naar voren. Dat aureool van onoverwinnelijkheid
werd in één klap nu teniet gedaan met als gevolg, dat het geloof in de
"eindoverwinning" bij de Grieken zelf teloor ging.
De plaats van deze veldslag is niet bekend, maar
aangezien Himilco in het westen opereerde en er sprake is van een vlakte met een
inheemse stad, zouden de Grote Vlakten in de buurt van VAGA wel eens in
aanmerking kunnen komen.
MELTZER gelooft, dat de
veldslag ergens in het berg‑
gebied achter Thapsus
heeft plaatsgevonden. Dat kan
kloppen met het gegeven,
dat later Hinilco Tunes
vanaf de zuidzijde afsluit.
Waarschijnlijk is het dan
ook, dat hij vanuit het
zuiden kwam na de veldslag.
Adherbal sluit dan Tunes
vanuit het noorden af en zou dus
waarschijnlijk uit die
richting gekomen kunnen zijn.
Uit de ons overgeleverde gegevens valt niet op te maken
met welke stad we te maken hebben. Het kan ook in werke‑
lijkheid een groot dorp geweest zijn. Evenmin is zeker
de exacte ligging van kamp, heuvel of stad. Wel is zeker
de schijnbare vlucht van Himilco, de uitval uit de stad,
de vlucht der Grieken naar de heuvel en de catastrofe
aldaar.
Na de nederlagen van Aeschrio en Eumachus trekken
de overgebleven Grieken in Afrika zich voor het
grootste deel samen in Tunes, dat aan de zuidzijde
afgegrendeld wordt door het leger van Adherbal op 40
stadiën afstand en aan de noordzijde
neemt het leger
van Himilco een positie in bij
de passages naar het
binnenland op 100 stadiën afstand van Tunes. Ofwel precies andersom!!!
Hanno pacificeert het binnenland inmiddels.
Van de 8800 Grieken kwamen er slechts 30 door de
belegeringsring heen. De rest stierf van dorst en honger of viel al vechtend om
een uitbraak te forceren.
Met de nederlaag van Eumachos en de eerdere
hinderlaag op Aeschrio lijkt het grootste gevaar voor Carthago voorbij te zijn.
Carthago mag zich in deze periode gelukkig prijzen, dat het nu nog een vrijwel
gesloten front achter zich heeft staan en dat slechts één Griekse stadsstaat
zich voluit tegen de Carthagers keert. Zouden ook de westerse Grieken niet zo
verdeeld geweest zijn, dan had Carthago wellicht niet deze titanenstrijd
overleeft.
Het heeft geduurd tot Alexander de Grote totdat de
oostelijke Grieken onder een noemer verenigd werden en dan slaat ook het
laatste uur van het Perzische wereldrijk. Het zou nog duren tot Pyrrhus totdat
de westelijke Grieken even onder een noemer verenigd werden, maar dat gevaar
konden Rome en Carthago gezamenlijk nog indammen.
ncfps
Geen opmerkingen:
Een reactie posten