KRACHTSVERHOUDINGEN BIJ DE
SLAG VOOR HIMERA
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
Carthagers Grieken
& bondgenoten
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
vlg.overlevering 300.000 55.000
reële sterkte 100.000 55.000
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
COALITIES OMSTREEKS 485
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
Carthago versus Syracuse
Himera
(Terillos) Gela
Zancle (Anaxilas) Akragas
Rhegion (Anaxilas)
‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑‑
Zie: ATLAS VAN DE FENICISCHE & PUNISCHE
STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
Kaart
49F.De aanloop naar de veldslag bij Himera (480 v.C).
Kaart
49G.De veldslag bij Himera (480 v.C).
Map 16.1 = Boek 37: History of Siciliy, E.A.Freeman, Oxford 1891.
Ephorus, een historicus uit de 4e eeuw vermeldt, dat in de voorbereiding
tot de oorlog tegen de Grieken, Perzen en Carthagers nauwgezet hebben
overlegd om uit te dokteren, hoe de Carthagers en de Feniciërs hun
grote vloten het beste zouden kunnen gebruiken. De Feniciërs stellen
voor om eerst naar Sicilië te gaan en daarna
een inval te doen op de
Peloponnesos. Het zijn de Perzen, die dit krijgsplan afgewezen zouden
hebben en liever eerst Hellas wilden onderwerpen.
Het is zeer de vraag, of een bundeling van alle strijdkrachten wel tot
een andere uitkomst zou hebben geleid. De Grieken zouden dat immers ook
hebben kunnen doen.
3.2. De eerste Siciliaanse
oorlog.
Rond 500 zitten de Carthagers en Puniërs samengedrongen op de westpunt
van het eiland, maar zij hebben nu hun steunpunten versterkt en
verliezen geen terrein meer aan de opdringende Grieken. De lokale
gevechten en schermutselingen nemen echter hand over hand toe. Een
algemene oorlog lijkt onvermijdbaar, temeer daar Carthago zich
daadwerkelijk met de gang van zaken op het eiland gaat bemoeien.
De
eerste Siciliaanse oorlog is eigenlijk veel meer dan een lokale
gebeurtenis. In feite is die naar verhouding gezien een complete
wereldoorlog. In het oosten wordt de Ionische opstand door
de
Perzen m.b.v. de Fenicische vloot neergeslagen.
3.2.1. Het begin.
Reeds in 498 kondigt zich het gruwelijk treffen aan met de komst van
Hippocrates als dictator te Gela. Hij sluit een verbond met Theron van
Akragas en gezamenlijk veroveren zij het machtige en rijke Syracuse. De
tirannen van Himera, Zancle en Rhegion worden beducht voor die
concentratie van Dorische macht in het zuidoosten van Sicilië en sluiten
onderling een verbond. Tevens gaan zij een alliantie aan met Carthago.
De
tiran Gelo van Gela kiest Syracuse als plaats van hoofdvestiging. Hij
voert voortdurend oorlog tegen de Siculiërs, maar ook tegen andere
Griekse steden in het oosten van Sicilië. In korte tijd werkt hij
Syracuse op tot de belangrijkste Griekse stad van het eiland. De eerste
jaren van deze oorlog tussen in hoofdzaak
Doriërs contra Ioniërs
participeert Carthago nog niet direct. Zij doet dat pas en is dat dan
ook verplicht, wanneer Theron van Akragas Terillos uit Himera heeft
weten te verdrijven. Terillos is gevlucht en vraagt meteen hulp aan
Carthago, Rhegion/Zancle. Zo staan dan in 481/480 de partijen tegenover
elkaar. De Dorische Grieken tegen de Ionische Grieken+Carthago en zijn
bondgenoten. In de praktijk zullen de Ionische Grieken echter nauwelijks
aan de komende strijd deelnemen.
COALITIES IN 480
Carthago+Selinunte+Motya<<<>>>Akragas+Himera+Gela+Syracuse
Zancle/Rhegion<<<>>>(Theron)+(Gelo)
Panormus+Segesta+Sicani<<<>>>onderworpen Oost‑Sicilië
3.2.2. De slag bij Himera.
In
de befaamde slag bij Himera binden de Carthagers aanzienlijke
strijdkrachten van de Grieken, die anders door Gelo van Syracuse naar
Hellas gezonden zouden zijn. Dat bleek achteraf ook niet nodig te zijn,
want ook zonder de hulp van Gelo werden de Perzen in Hellas verslagen.
In
de strijdmacht van de Carthagers zaten trouwens zeer veel
verschillende contingenten, die tegen het volk der Grieken waren
gemobiliseerd. Volgens Herodotus waren er o.a:
‑Feniciërs
‑Sarden
‑Lygiërs
‑Helysken
‑Kyrniërs
‑Iberiërs
Sinds 483 zijn de Carthagers op grote schaal huurlingen gaan werven. Het
leger staat nog wel onder de leiding van de Carthagers. Het nadeel van
dit
huurlingenleger is, dat het nog geen eenheid vormde en dat zal de
bevelhebber Hamilcar zwaar opbreken. Volgens Griekse geschiedschrijvers
zou Hamilcar zo'n 3000 schepen en 300.000 man tot zijn beschikking
hebben gehad. Dat zijn onwaarschijnlijk hoge aantallen. Een derde van
deze cijfers lijkt wel tot de mogelijkheden te behoren.
Bij de overtocht uit Afrika naar Panormus verliest Hamilcar ongeveer 20
schepen tijdens een storm. Op zich was dat nog geen ramp, maar helaas
bevond het grootste deel van zijn ruiterij zich op deze schepen. Dat zal
toch van grote invloed blijken op het verloop van de strijd, want om dit
gevoelige verlies te compenseren, vraagt Hamilcar aan bondgenoot
Selinunte ofwel Selinous hulp in de vorm van haar ruiterij. Dat
ijlbericht zal in handen vallen van de Syracusers en de ruiters van
Selinunte zullen niet aan de strijd deelnemen.
Inmiddels is Hamilcar na de ontschepen in Panormus langs de kust naar
het oosten getrokken. Theron van Akragas zit met zijn troepen verschanst
in
Himera en is niet van plan om de stad zonder slag of stoot bij de
nadering van het grote leger van Hamilcar over te geven. Hamilcar richt
bij Himera vervolgens een zee‑ en een landkamp in. Het zeekamp komt op
het strand, waarbij de schepen worden bewaakt en het landkamp komt in de
heuvels ten westen van de stad. Himera wordt dus niet helemaal omsloten.
Als er inderdaad 300.000 man geweest waren, dan had dat wel gekund, maar
zelfs met 100.000 is dat heel wat moeilijker en waarschijnlijk zijn het
er
nog wel minder geweest ook.
480
Geen opmerkingen:
Een reactie posten