2.13. Van Feniciërs tot Puniërs.
Omstreeks 500 is de periode bij benadering
afgelopen van de Feniciërs
als zelfstandig optredende steden in
het westen van de Middellandse zee,
die ieder voor zich, of iedere stad
voor zich hun handeltje deden.
In
een paar eeuwen tijds heeft een van
de vele
Fenicische steden zich
opgeworpen tot kampioen van het
behoud van de
Fenicische geest,
traditie en het naakte voortbestaan
in dit deel van de antieke wereld.
Het moet weloverwogen gebeurd, want
anders noem je deze stad niet "Qart
Hadasjt".
Successievelijk zijn de meeste
Fenicische nederzettingen opgegaan in
een Punisch rijk en meestal gebeurde
dat op
vrijwillige basis. Zelfs
Utica wordt door Carthago gerespecteerd. Een
stad, die op een paar uur
varen verwijderd ligt. Een stad, die
ook ouder is
dan Carthago. Het
geeft aan, dat ook de nazaten van de
Feniciërs hun eerbied voor
het
oudere, voor waar men uit ontstaan
is, hebben behouden. Nog tijdens het
beroemde verdrag tussen Hannibal en
Philippus van Macedonië in 215 wordt
Utica afzonderlijk genoemd als
participant.
Carthago was de grootste
Fenicische nederzetting geworden.
Het was
waarschijnlijk groter dan Tyrus of
Sidon. De eenvoudige
handelspost
onder de rook van Utica had zich
ontwikkeld tot een machtige handelsstad
van allure. Het ging zelf kolonies
stichten en was slechts voor de vorm
een kolonie van Tyrus. Zoals we
gezien hebben, met de komst van Grieken
nam de stad het initiatief tot
een bundeling van
alle Fenicische
krachten in het westen. Zo is er
langzamerhand een compleet
Carthaags
zeerijk ontstaan naar analogie van
het Atheens‑Delische zeeverbond. Dat
ging niet of nauwelijks gewapenderhand, maar
met instemming van de
andere Fenicische
steden. Strijd wordt
alleen tegen de
Grieken
geleverd en van onderlinge strijd is
geen sprake.
Tegen 500 gaan we steeds meer
spreken over Puniërs
en Carthagers in
plaats van over Feniciërs. Het zijn
benamingen, die in feite afkomstig
zijn van de Grieken en Romeinen. Zij
zelf zullen zich altijd Kanaänieten
blijven noemen voor het grote geheel
en als inwoner van Tharros, Nora,
Motya, Gadir, Leptis of Untica enz enz enz.
De
Carthagers hebben een dikke eeuw de tijd gehad om hun rijk te ordenen
en te mobiliseren voor
de grote strijd,
die komen gaat
tegen de
Grieken en die in acht oorlogen
uitgevochten zal gaan worden ten gunste
van de Fenicische stam. het zal een
Pyrrhus‑overwinning worden.
Natuurlijk is dit alles niet met
voorbedachte rade gebeurd. Groot blijft
de onderlinge verdeeldheid bij de
steden onderling. Niettemin was
het
vage begrip van saamhorigheid in het
westen van de Middellandse zee wel
voldoende aanwezig
voor een gezamenlijke kruistocht
tegen de
gemeenschappelijke vijand in de
vijfde, vierde en zelfs een deel van de
derde eeuw.
In
die strijd zal
het met diverse
andere volken en
staten
bondgenootschap‑pen sluiten. Die met
de Etrusken, Elymiërs en Sicaniërs
werden al vermeld.
Dit zijn de vrijwillige allianties.
Die met de Lybiërs en/of de Iberiërs
zijn niet altijd op vrijwillige
basis. De alliantie
met de Balearen
wordt gekocht, namelijk met de
levering van vrouwen!
Na 510 komt daar op het gebied van de
handel een andere bij. In dat jaar
schudden de Romeinen het juk van de
Tarquinii van zich af en verklaren
zich zelfstandig. Al
in 509 sluit
het machtige Carthago
met het
dwergstaatje Rome een eerste
handelsverdrag! (Polybius III, 22).
Carthago erkent in dit verdrag Rome,
dat aan het hoofd staat
van een
Latijns bondgenootschap. Hiertoe behoren
volgens het verdrag
Ardea,
Antium, Laurentum, Circeji en
Terracina. Carthago verplicht zich om geen
vijandige daden te begaan tegen deze
steden en ook om geen kasteel
of
steunpunt in Latium op te richten. De
Romeinen mogen niet voorbij "het
schone voorgebergte" gaan,
anders dan in geval van nood.
Carthago heeft zich aan dit verdrag
gehouden. Rome niet!
Map
7.3.Die beiden ersten römisch-karthagischen Verträge und das foedus Cassiianum,
K.E.Petzold, Tubingen, blz 364-411 in: Aufstieg un Untergang der Römischen
Welt, Berlin/New York 1972.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten