1.15. De fysisch‑geografische gesteldheid van
Sicilië.
Sicilië is een bergachtig eiland in
een driehoekige vorm, dat alleen in
het zuidoosten enige grotere
kustvlaktes telt. Er om heen liggen enige
eilandengroepen, zoals de
Aegetische en Liparische
eilanden, welke
laatste groep van vulkanische
oorsprong is. Het
oostelijke deel van
Sicilië wordt gedomineerd door de
grote Etnavulkaan. Het eiland
wordt
doorsneden met enige kleinere
rivieren als de Halykos en de Himeras. Ten
tijde van de Feniciërs was het eiland
nog tamelijk dicht bebost en had
een mild subtropisch klimaat. Vooral
in het
noorden en westen
komen
talrijke gebergten voor, die tot direct
aan de kusten
reiken. Deze
gelede kust was
met zijn beurtelings
voorkomende baaien en
kapen
uitstekend geschikt voor het vestigen
van factorijen en burchten (Eryx,
Heircte, Motya, Panormus, Solous,
Drepana, Kephaloedium en Mylae).
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
900
Boek 34.SICILY
Phoenician, Greek and Roman. E.A.Freeman.
Gresham Press. London 1892. I.h.k.v.The Story of Nations. Enorm gedateerd, maar niettemin een meesterwerk over de oude
geschiedenis van Sicilië. Plattegronden.
Een mooie overzichtskaart. Oude foto's.
Foto's van munten.
Mogelijke Fenicische plaatsen: Ortygia + Thapsos (Tiphsach=Thapsalos) + Xiphonia + Pachynos
(uitkijkpunt) + Makara (een Semietische godheid) + Selinus (Sela=de rots) +
Mylae + Cephaloedium + Agathyrium + Charybdis + Zancle + Minoa + Inykon
Bewezen Fenicische plaatsen: -Panormus (gehele haven) = Machoshbim (kamp van de kleurbewerkers)
= Machanat (ZIZ) > Machanaim (OT), -Solus = Soluntum = Sela + Eryx, -Motya, -Drepanum,
-Lilybaion, -Thermai, -Mondello.
blz
559: Phoenician Local Names in Sicily
Map 41.9.Ancient Sicily , M.I.Finley, 1979, London .
Zie:ATLAS
VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
19A.De omgeving van Utica (ca.1000
v.C).
19B.De lokatie van Utica.
Zie:
Boek 17.UTIQUE
A.Lèzine. Societé Tunesiennes de
diffusion, Tunis, 1970.
Veel citaten. 55 foto's. Diverse
plattegronden.
Belangrijk
als basis voor elke publicatie over Utica.
Zie Boek 244.TRINAKRA
Alexander Schenk Graf v.Stauffenberg. Sizilien und
Grossgriechenland in archaischer und fruhklassischer Zeit. R.Oldenbourg Verlag,
Munchen – Wien 1963. Voornamelijk vanuit Grieks oogpunt, maar zijdelings komen
de Feniciërs en Carthagers ook in beeld. Chronologie. Munten. Losse kaart.
Doorspekt met gedichten en odes In bijlages: chronologie, munten, dichter Stesichorus.
Bijgevoegde kaart wijst Malaga als MAINAKE aan!
Blz
37 Daidalos
– Minos – Kamikos – Engyon
120 Fenicische
schepen lossen die van de Myceners af
137 Dorieus
188 slag bij
Himera 198 kaartje
307 Malchus –
Mago – Carthalo wijding Tyrus voor 573!?
333 Kadmos
naar Lokroi en Zankle?
340 Kadmos
wordt historisch gezien + aantallen Himera
HOE
KOMT EEN STEEN UIT HET JAAR 2773? V.C NU HIER TERECHT?
Map 39.4.5.The Palermo
Stone and the Archaic Kings of Egypt ,
P.F.O’Mara, La Canada (Calif. ) 1979, OA XXI 1982
(recensie).
Map 39.4.6.The Chronology of
the Palermo and Turin Canons, P.F.O’Mara, La Canada (Calif.) 1980, OA XXI 1982
(recensie)
Trinakria.
De legendarische
figuur Kokalos van Kamikos is mogelijk de eerste naam, die opduikt. Het zou een
Sicaniër zijn, die reeds leefde voor de inval van de Siculiërs. De plaats
Kamikos ligt waarschijnlijk dicht bij Akragas. De Sicaniërs achten zich
autonoom en er ligt mogelijk een raciale verbinding met de Basken.
Dan is er de Griekse
legende van Daidalos, die vanaf Kreta naar Sicilië vlucht. Hij wordt
achtervolgd door Minos, die zich wil wreken op Daidalos vanwege een door hem
begane moord. Er volgt een zevenjarig beleg van Kamikos, waarna de Kretenzers
zich terugtrekken op Italië, waar zij verder leven als Japygiërs?
Een derde invalshoek
ligt bij het verhaal, dat de Kretenzers, die bij Troje vochten op hun terugreis
terechtkwamen bij Engyum op Sicilië. Zij stonden onder de leiding van Meriones.
Bij Minoa vinden we overigens het graf van een belangrijke onbekende
Kretenzische koning.
De stichter van Gela
is Antiphemos en hij verovert de Sicanische stad Omphake.
De Siculiërs vestigen
zich in het begin aan de oostkust. Zij worden dan vooral beïnvloed door de
Feniciërs.
Tenslotte zijn er dan
de Elymiërs, die zich in de streek van Segesta hebben neergezet. Zij beroepen
zich op hun Trojaanse oorsprong. Pausanias noemt hen echter als Phrygiërs.
De Fenicische
handelaren hebben zich waarschijnlijk (cursief)
en zeker in de volgende plaatsen gevestigd:
THAPSOS zie
Tiphsach >>> Thapsakos
PACHYNOS =
uitkijkpunt
MAKARA =
naam Semietische godheid
SELINUS zie Sela = de
rots van de Acropolis
HIMERA
PANORMUS zie Ziz of Machanat >>
Machoshbim = kamp van de
kleurwerkers, of Machanaim in het OT.
SOLUS zie Sela >> Soluntum
XIPHONIA
ORTYGIA betekent
Syracuse: oosten?
MYLAE
KEPHALOEDION
AGATHYRIUM
ZANCLE zie:
Danklon
MINOA Ras Melqart
INYKON
CHARYBDIS
ERYX samen met de Elymiërs
HEIRCTE
THERMAI
NAXOS
MONDELLO
MOTYA
LILYBAION van hier gaat het
naar Libyë
Nadat Philokles bij toeval
ontdekt, dat Sicilië geen schrikbarend land is, zoals de Feniciërs het altijd
hadden afgeschilderd, komt de Griekse exploratie op gang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten