dinsdag 2 september 2014

57.Spanje.


          1.6.    Spanje.

 

          Het zijn naar alle waarschijnlijkheid de Feniciërs geweest, die Spanje haar huidige naam gegeven hebben. Spanje of Espana is namelijk  afgeleid van het Fenicische "span" en dat betekent "verborgen". Het is de meest voor de hand liggende benaming voor een land,  wat  de  Feniciërs  wel zeer graag voor de andere volkeren verborgen wilden houden. Een land wat rijk was aan mineralen en delfstoffen. Dat materiaal wordt gezien als de eigenlijke drijfveer voor de Feniciërs om Spanje in hun kolonisatie‑patroon op te nemen. Een andere simpeler verklaring voor het verborgene ligt in het feit, dat Spanje werkelijk aan de einder van de toenmaals bekende wereld lag. *

 

          1.6.1.  De fysisch‑geografische gesteldheid.

 

          De Feniciërs hielden zich, zeker in het begin,  voornamelijk  met  het

          zuidelijke gedeelte bezig. Vandaar, dat hier dan ook alleen daarop wordt

          ingegaan.

          Als een Fenicisch schip de zuidkust van Spanje in de Middellandse  zee

          nadert, doemt er na een smalle kuststrook het machtige  massief  van  de

          Sierra Nevada op, dat tot over de 3000 meter reikt.  Alleen  ter  hoogte

          van het huidige Cartagena en Murcia vinden we een wat bredere kust‑

          vlakte. Achter de Sierra Nevada ligt het brede dal van de  Baetis,  ofwel

          de Guadalquivir en dan pas bereiken we de Sierra Morena,  het  gebergte,

          waar het de Feniciërs eigenlijk om te doen  was,  want  daar  bevonden

          zich de mijnen.

          De zuidkust van Spanje aan de Atlantische kant  is  vlak  en  moerassig,

          behoudens de Algarve met zijn heuvellandschap. Het  klimaat  gelijkt  op

          dat van  Noord‑Afrika.  Aan  de  kusten  subtropisch  met  in  die  tijd

          duidelijk meer neerslag dan nu, maar naar het binnenland toe krijgt  het

          klimaat meer  extremere  eigenschappen  met  hetere  zomers  en  koudere

          winters.

 

Zie: 47.DIE PHÖNIZIER IM ZEITALTER HOMERS

U.Gehrig + H.G.Niemeyer. Ph.von Zabern Mainz 1990.

Bijdragen van E.Gubel, J.Latacz, A.Rathje, W.Rollig, M.Aubet‑

Semmler. Gefixeerde afgeronde onderwerpen, vele

nederzettingen apart belicht, vindplaatsen, kaarten, maar

liefst 261 foto's, citaten. Uitstekend verzorgd boekwerk!

Catalogus met 257 voorwerpen. Ter zake doende hoofdstukken:

Die phönizische Niederlassungen im Mittelmeerraum

Die Phönizier, Tartessos und das frühe Iberien

Die Phönizier im Mittelmeerraum

 

Map 14.3.Phônizier und Spanier, J.B.Cirkin, Klio 63 1981-2 blz 40.

 

          XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

          * : Nog een mogelijke verklaring: I‑sjephan‑im zou in het Fenicisch

              "konijnenkust" betekenen (ysjpnm).

 

              HANDEL UND HäNDLER IM ALTEN ORIENT

              H Klengel 1979 n C Leipzig.

              Van belang is in dit kader het hoofdstuk:

              "Die Phôniker und ihr Seehandel."

              De handel in en het vervoer van metalen is zeer belangrijk.

              Was het voor 1000 vooral het koper, daarna wordt het ijzer

              van nog meer belang. In de Libanon komt een eigen ijzerindustrie

              op gang en die heeft een voortdurende aanvoer van grondstoffen

              nodig. Andere ingrijpende veranderingen waren ten eerste

              de uitvinding van de techniek om diepe putten te kunnen slaan.

              Nederzettingen in onherbergzame gebieden werden zo mogelijk gemaakt.

              Ten tweede de introductie van de kameel als transportmiddel door

              de woestijnen.

 

          Zie Boek 62.THE WORLD OF ANCIENT SPAIN  A.Pardo. i.e.v.v.D.Macrae. Minerva. Genève 1976.  Redelijk inzicht in de Iberische wereld, maar de aankomst  van de Feniciërs wordt al op 1450‑1400 v.C. gesteld en dat  waar de rest van het boekwerk zeer serieus oogt. Zwart‑wit foto's. De diverse volksstammen.

 

          Zie Boek 163.FRUHE RANDKULTUREN DES MITTELMEERRAUMES.  G.Lilliu ‑ H.Schubart. Schweizer Verlagshaus AG Zürich 1967, Holle Verlag GMBH. Baden‑Baden. Het betreft Corsika,  Sardinië en de Balearen.

 De foto's zijn marginaal aan een kant in het boek bevestigd. - Corsika: blauwe glasparels kunnen Fenicisch zijn 6e-4e eeuw. - Sardinia: 9e eeuw Feniciërs, 8e-6e handel met Etrusken en Carthagers. Ichnousa = Sardina. 5e eeuw: verafrikanisering platteland. - Balearen: talayot + talaya + taula. c.650 Ebusos. Werving huurlingen. Illa dels Porros bij Mallorca: Cementeri des fenicis. - Iberisch schiereiland: trad c.1100, archeo 8e eeuw binnenkomst Feniciërs. Iberisch schrift gebruikt fenicische en griekse tekens. bronzen kannen zijn fen/cypr herkomst

 

Zie  Boek 187.LOS FENICIOS Guadernos. Historia 16.

A.Blanco Freijero: Marinos y mercaderes, Carlos Gonzalez: Duenos del Mediterraneo,Hermanfrid Schubart: Los fenicios en Iberia blz 24, Madrid/Barcelona. Diverse nog niet eerder tegengekomen afbeeldingen. Mooie kaart op blz 17: alleen Cyrenaica had ook geel ingekleurd moeten zijn.  La dama fenicia de Cadiz.

 

 

                Zie Boek 212.MAINAKE XXIV.                 

Colonizadores e Indigenas en la Peninsula Iberica. Servicio de publiaciones, Diputacion Provincia de Malaga.

o.a: Een bibliografisch overzicht van de laatste 20 jaar over Oost-Andalusië. Formatie van sociale iberische relaties: 238 plaatsen ‑ Malaka y las fenicias en el occidente mediterraneo. Siglos VI a.C  I d.C. José Luis Lopez Castro + Bartolomé Mora Serrano. Beschouwingen over het voorkomen van de massa iberisch keramisch materiaal in de provincie Malaga -> handelsroutes. De sociale iberische structuur TABULA LASCUTANA Turdetanen: geen ethnische eenheid!

De Griekse historisch-geografische inbreng met HECATAEUS HERODOTOS ERATHOSTENES STRABO

Malaka en de Fenicische plaatsen in het westelijke deel van de Middellandse zee: een hele lijst. Oppervlakten!

La colonizacion fenicia en Malaga: ultimos escubrimientos. Juan Antonio Martin Ruiz. Opnieuw een hele lijst. De laatste ontdekkingen. Hemeroskopeion=Thynnoskopeion. El final de un problema historico mal enfocado. Francisco Javier Fernandez Nieto. Uitkijkpost bij Denia. Masalia doet daar aan tonijnvangst. Garumplaatsen. Mastia Tarseion y el problema geografico del segundo tratado entre Cartago y Roma. Pierre Moret. Mastia ligt in Afrika! Reconstructie kaart Erathostenes en tekst Strabo. Tarseion = Sardinië, Mastia = kaap Bizerte, Kaion Akroterion = kaap Bon Voorts:cultuur van de silo's, Alcaide bij Antequera, Urgentie opgraving Penarrubia, necropool Huerta Primera bij Cartama, plaatsbepaling Ilduris/Iliberri bij Atarfe. munten Romeinse villa Las Torres bij Estepona. koperbaren bij Cordoba, plaatsnamen in en voor de Flavische tijd, LEX MALACITANA, urgentie-opgravingen te Malaga en Nerja.

 
De indirecte invloed van de Fenicische aanwezigheid, veelal nog voor de Feniciërs ook daadwerkelijk vaste kolonies hebben gesticht, wordt beschreven in:
Boek 254.EL PERIODO ORIENTALIZANTE
Actas del III simposio Internacional de Arqueologia de Mérida: Protohistoria del Mediterraneo Occidental. Anejos de Archivo Espanol de Arqueologia XXXV.
2 delen. Verslagen van congres te Merida. 94 artikelen.
De oosterse invloed vooral op het Iberische schiereiland.
Zie ook Boek 232.STRABO blz 171-172 over de “Turd” volken e.d. Over landen, volken en steden. E.Ch.L.van der Vliet. Van Gorcum’s Historische Bibliotheek Nr.94. Assen/Amsterdam 1977. Het is geen overlevering, maar gaat in op de figuur Strabo zelf, zijn omstandigheden en wat en hoe hij de zaken beschreef.
Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
          32A.Nederzettingen op de Zuid‑Spaanse kust: Chorreras & Morro de
          Mezquitilla.
          32B.Nederzettingen op de Zuid‑Spaanse kust: Morro de Mezquitilla.
          32C.Nederzettingen op de Zuid‑Spaanse kust: Gadir / Cadiz.
          32D.Nederzettingen op de Zuid‑Spaanse kust: Almunecar = SKS.

K E L T I B E R I A

 
SPANJE & PORTUGAL
Archeologische begindata:
8e                                          Guadalhorce (El Villar), Cast.de Dona Blanca
8e/7e                                    Abul, Gadir, Almunecar, Abdera, Chorreras, La Fonteta
7e                                          Malaga, Moro de Mezquitilla, Toscanos, Penon, Alarcon, Trayamar, Cerro del Prado
7e/6e                                    Lagos
6e                                          Villaricos
6e/5e                                    Jardin, Cerro del Mar
5e                                          Salobrena
Overigen: monding Segura, Huelva, Rio Barbate, Montilla
 
60.5 La civilisation Phénicienne V.Krings  E.J.Brill,Leiden,
     et punique: Manuel de                 1995
     recherche; Handbook of  oriental Studies.
 
Los Fenicios en Andalucia.
In 1995 werd het 4e internationale congres over Fenicische en Punische studies gehouden in Cadiz. Dit document en de catalogus geeft inzicht in:
1.        De kolonisatie
2.        De nederzettingen
3.        Keramiek en cultureel materiaal
4.        De dodenwereld
5.        De Fenicische afdruk
Per eeuw kan het nederzettingspatroon als volgt gekenmerkt worden:
9e            bescheiden begin
8e            de eerste ontwikkeling
7e            het Fenicisch hoogtepunt
6e             herstructurering
5e                   De Punische periode
4e             Stabilisatie
3e             De Carthaagse periode met de Barciden
2e             Onder de Romeinen
1e             Transformatie
Beschrijving per nederzetting.
 
Boek 100 M78.18. Catalogo documental de     J.A.M.Ruiz          Cadiz, 1995
                 los Fenicios en Andalucia                      uittreksel
 
          1.6.2.  De etnografische samenstelling.
 
          Spanje wordt in die tijd door talloze  Iberische  en  Keltische  stammen
          bevolkt. De Cantabriërs, Asturiërs en Vascones vinden we in het noorden.
          De  Lusitaniërs  bevolken  het  westelijke   deel   van   het   Iberisch
          schiereiland. In het zuiden en oosten, waarop de Feniciërs vooral  hun
          aandacht richten, bevinden zich o.a:
 
          tabel 4.
          Tartessiërs         Ausetanen
          Tittiërs                Ilercavonen
          Belliërs               Ilergeten
          Carpetanen        Castuliërs
          Turdestanen       Cossetanen
          Bastuliërs           Arevaciërs
          Contestanen       Vacceiërs
          Laletanen           Turden/Tuduliërs
          Indigeten                        Lusitaniërs
          Coniërs              Oretanen
          Bastetanen         Mastiërs
 
          Dit zijn de meeste wat grotere stammen. Elke stam valt meestal nog  uiteen  in
          elke kleinere  leefgemeenschappen.  In  Spanje  was  geen  etnografische
          eenheid. Kelten en Iberiërs leefden naast en door elkaar heen. Voor  een
          deel waren zij ook met elkaar vermengd.
          Op de Balearen voor de oostkust van Spanje komt het  Balearenvolk  voor,
          dat uiterst bedreven met slingers blijkt te zijn. Waarschijnlijk zijn de
          Basken (Vascones, Euskari) de oerbevolking van Spanje. Zij werden in het
          noorden in een hoek gedreven door de  Iberische  veelheid  van  stammen,
          waarna ook de Kelten nog een massale inval pleegden.
 
Overigens behoeven de Tartessiërs geen aparte stam te zijn geweest. Wellicht is het mogelijk, dat zij de bovenlaag vormden van diverse stammen in het zuiden van Spanje.
 
Zie:3.12.The Roman prov.  C.R.Knapp          Univ.Microfilms International
         of Iberia to 100 B C                  London/Ann Arbor‑Michigan
    19.8 Zum Gegenwartiger    M.Koch            Konstanz‑XX Deutscher
         Stand der Tarsis‑                      Orientalistentag 1977
         Forschung                              Erlangen:
 
          xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
             TARSIS‑TARTESSIË‑TARTESSIËRS & SPANJE
 
              Over de vraag wat er onder de namen van "trs" verstaan moet worden
              is veel en lang gedelibereerd. Een veel omvattende studie daarover (map 42.4)
              heeft M Koch gemaamkt met de titel Tarschisch und Hispanien (Madrider Forschungen band 14 Berlin 1984).
              Enige bevindingen:
              ‑Er moet onderscheid gemaakt worden tussen de betekenis als naam voor een schip en voor een land.
              ‑Al minstens in de 8e eeuw zijn er in het land van Tarsis Fenicische nederzettingen.
              ‑Het land Tarsis is leverancier van vooral metalen.
              ‑Cyprus schijnt een belangrijke rol gespeeld te hebben bij Tarsis.
              ‑De vroege Joden kennen Tarsis als land en als schip. Na de balling‑
              schap is veel kennis verloren gegaan en spreken zij nog slechts over Kittäerland en Kittäerschepen.
              ‑Tarsisschepen zijn tot in de 4e eeuw nog in gebruik.
              ‑Oorsponkelijk moet het gebied Tarsis (als homogene etnische eenheid
              trt/trs) klein geweest zijn en gelegen hebben langs de gelijknamige
              rivier.
 
Map 19.8.Zum Gegenwartiger Stand der Tarsjisj Forschung, M.Koch, Konstanz, XX Deutschen OrientalistenTag 1977, Erlangen.
 
                Boek 254.EL PERIODO ORIENTALIZANTE
2 delen. Verslagen van congres te Merida (2005). 94 artikelen.
De oosterse invloed vooral op het Iberische schiereiland.
 
Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
          20A.De Fenicische economie.
          20B.De lokatie Gadir nabij Tartessië.
 
Garum.
Archeologisch is er alleen iets aantoonbaanbaar vanuit de 1e eeuw v.C in een groot aantal plaatsen. Garum is een soort dikke vissoep, die tot stand komt door in grote stenen bakken de vis te deponeren en het geheel in te zouten. Deze stenen bakken worden gevonden in plaatsen langs de Middellandse zeekust maar ook in plaatsen aan de Atlantische kusten van Spanje, Portugal en Marokko. Michel Ponsich en Miquel Taradell nemen in 1965 na Chr. aan, dat de Feniciërs hiermee zijn begonnen. Zij exporteren het voedsel al in de 5e eeuw v.C, wanneer het bijvoorbeeld in Athene wordt veroberd. Literaire bronnen hebben eveneens aangetoond, dat GARUM al stamt vanuit de preRomeinse tijd. Het blijkt verder, dat de meeste plaatsen van GARUMbereiding samenvallen met nederzettingen van de Feniciërs en de Carthagers. In de preRomeinse tijd waren de technieken van GARUMbereiding echter anders dan in de Romeinse tijd. Bovendien hebben de Romeinen de installaties aan die veranderde technieken aangepast.
          1.7.    De zuilen van Hercules.
 
          Het is deze benaming, die de straat van Gibraltar heeft gekregen van  de
          Grieken. Een benaming, die terug te voeren is op de legende, die handelt
          over de strijd tussen de Titanen en de god Hercules.  Voor  het  Griekse
          Hercules kan even goed de Tyrische god Melkart gelezen worden, want  het
          waren  de  Feniciërs,  die  varende  langs  de  Noordafrikaanse   kust
          tenslotte de straat met de titanische voorgebergten bereikten.  Wat  een
          durf moet er voor nodig zijn geweest  om  in  die  tijd  met  de  kleine
          schepen de relatief rustige Middellandse zee te verlaten om zich  op  de
          veel woeliger Atlantische  oceaan  te  storten.  Op  de  punten  van  de
          zeestraat werden Tingis, Abyla, Calpe en Carteja op den  duur  gesticht.
          Dit zijn achtereenvolgens de huidige steden Tanger, Ceuta*, Gibraltar  en
          Rocadillo.
* Zie voor de zuidelijke zuil: Boek 265.CEUTA DE LA PREHISTORIA AL FIN DEL MUNDO CLASICO
V Jornadas de historia de Ceuta. Instituto de estudios Ceuties patronato de la ciudad autonoma de Ceuta, Ceuta 2005. Vooral het hoofdstuk El mundo punico y la historia antigua del Africa Occidental. Una revision desde Ceuta, Enrique Gozalbes Cravioto.                                                                                         
              TARTESSIË:verwijzingen:
 
              ‑Tartessos, Ocaso de un d a y una noche         Alonso J C, Madrid '80
              ‑Tharsi‑India‑Aethiopia: a proppsito de Hieronm.ep.37 Rivista di Studi Fenici V, Rome 1977
              ‑La Andalucìa oriental y el problema deTartessos   Diverse auteurs 1969
              ‑El problema de Tartessos                                                   Ausejo de, S in: Serafad 1942.
              ‑Tarsis (Studia recentiora)                                   1956 Bartina s, Verbum Domini 54, 342‑348
              ‑Tartessos en la historiografia espanola anterior a Schulten 1969 Tartessos y sus problemas, 75‑78.
              ‑Tartessos, fenicios y griegos                                            1972 Annales de  Antropologia 9, 225
              ‑La localizacion de la ciudad de Tartessos        Caruz Arena A, 1969
              ‑Tarsis, Tartessos,Gadès                                                    Cintas P, 1966
              ‑Un "vaisseau de Tharsis" sur un sarcophage sidonien    Contenau G, 1921
              ‑Der Weg der Phöniker nach Tarsis in literarischer und archäologischer Sicht  Diversen 1972 ZDPV 88
              ‑Tarsis e genesis 10,4                                          G Garbini 1965
 
 
 
        Boek 1.EXCAVACIONES EN EL CABEZO DE SAN PEDRO
          te Huelva. J.Blazquez‑Martinez. Ministerio de Cultura 1979.
          direccion general del patromonio artistico, archivos y
          museos, subdireccion general de arqueologia.
          Andere schrijvers: D.Ruiz Mata, J.Remesal Rodriquez,
          J.L.Ramirez Sabada, K.Clauss.
          Veel afbeeldingen van keramiek.
          Opgravingscampagne van 1977:
        fase I IX‑VIII tot 700 v.C: inheems/eind brons
              fase II 700‑650/625 v.C: bouw muur/begin Feniciërs
              fase III 650/625‑575/550 v.C: hoogtij Feniciërs
          Het verslag over de opgravingscampagne laat de mengcultuur van Huelva met Griekse, Fenicische
    en Iberische invloeden zien.
Voorts: figuur 67 met het verspreidingsgebied van keramiek met gepolijste motieven (vnl.Huelva, Baetisvallei tot aan Cazorle en Badajoz).
 
Zie Boek 211.HISTORIA DE LA PROVINCIA DE MALAGA.          
Desde sus origenes al la conquista romana. Juan Antonio Martin Ruiz + Alejandro PerezeMalumbres Landa. Biblioteca de DIVULGACION.Servicio de publiaciones, Diputacion Provincial de Malaga. 2003. Met thematische onderwerpen, zoals onder 6.Los Fenicios, navegantes del mediterraneo.  Van bijzonder belang: 5.Tartessos, El fin de un misterio!
blz 99: Gadir, Cerro del Trigo
blz 102: Mainake
vanaf blz 122: De Fenicische nederzettingen
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten