1.6. Spanje.
Het zijn naar alle waarschijnlijkheid
de Feniciërs geweest, die Spanje haar huidige naam gegeven hebben. Spanje of
Espana is namelijk afgeleid van het
Fenicische "span" en dat betekent "verborgen". Het is de
meest voor de hand liggende benaming voor een land, wat
de Feniciërs wel zeer graag voor de andere volkeren
verborgen wilden houden. Een land wat rijk was aan mineralen en delfstoffen.
Dat materiaal wordt gezien als de eigenlijke drijfveer voor de Feniciërs om
Spanje in hun kolonisatie‑patroon op te nemen. Een andere simpeler verklaring
voor het verborgene ligt in het feit, dat Spanje werkelijk aan de einder van de
toenmaals bekende wereld lag. *
1.6.1. De fysisch‑geografische gesteldheid.
De Feniciërs hielden zich, zeker in
het begin, voornamelijk met
het
zuidelijke gedeelte bezig. Vandaar,
dat hier dan ook alleen daarop wordt
ingegaan.
Als een Fenicisch schip de zuidkust
van Spanje in de Middellandse zee
nadert, doemt er na een smalle
kuststrook het machtige massief van de
Sierra Nevada op, dat tot over de
3000 meter reikt. Alleen ter
hoogte
van het huidige Cartagena en Murcia
vinden we een wat bredere kust‑
vlakte. Achter de Sierra Nevada ligt
het brede dal van de Baetis, ofwel
de Guadalquivir en dan pas bereiken
we de Sierra Morena, het gebergte,
waar het de Feniciërs eigenlijk om te
doen was, want
daar bevonden
zich de mijnen.
De zuidkust van Spanje aan de
Atlantische kant is vlak
en moerassig,
behoudens de Algarve met zijn
heuvellandschap. Het klimaat gelijkt
op
dat van Noord‑Afrika.
Aan de kusten
subtropisch met in
die tijd
duidelijk meer neerslag dan nu, maar
naar het binnenland toe krijgt het
klimaat meer extremere
eigenschappen met hetere
zomers en koudere
winters.
Zie: 47.DIE PHÖNIZIER IM ZEITALTER HOMERS
U.Gehrig + H.G.Niemeyer. Ph.von Zabern Mainz 1990.
Bijdragen van E.Gubel, J.Latacz, A.Rathje, W.Rollig, M.Aubet‑
Semmler. Gefixeerde afgeronde onderwerpen, vele
nederzettingen apart belicht, vindplaatsen, kaarten, maar
liefst 261 foto's, citaten. Uitstekend verzorgd boekwerk!
Catalogus met 257 voorwerpen. Ter zake doende hoofdstukken:
Die phönizische Niederlassungen im Mittelmeerraum
Die Phönizier, Tartessos und
das frühe Iberien
Die Phönizier im Mittelmeerraum
Map 14.3.Phônizier und Spanier, J.B.Cirkin, Klio 63
1981-2 blz 40.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
* :
Nog een mogelijke verklaring: I‑sjephan‑im zou in het Fenicisch
"konijnenkust" betekenen (ysjpnm).
HANDEL UND HäNDLER IM ALTEN
ORIENT
H Klengel 1979 n C Leipzig.
Van belang is in dit kader het
hoofdstuk:
"Die Phôniker und ihr
Seehandel."
De handel in en het vervoer van
metalen is zeer belangrijk.
Was het voor 1000 vooral het
koper, daarna wordt het ijzer
van nog meer belang. In de
Libanon komt een eigen ijzerindustrie
op gang en die heeft een
voortdurende aanvoer van grondstoffen
nodig. Andere ingrijpende
veranderingen waren ten eerste
de uitvinding van de techniek om
diepe putten te kunnen slaan.
Nederzettingen in onherbergzame
gebieden werden zo mogelijk gemaakt.
Ten tweede de introductie van de
kameel als transportmiddel door
de woestijnen.
Zie Boek 62.THE WORLD OF ANCIENT SPAIN A.Pardo. i.e.v.v.D.Macrae. Minerva. Genève 1976. Redelijk inzicht in de Iberische wereld, maar
de aankomst van de Feniciërs wordt al op
1450‑1400 v.C. gesteld en dat waar de
rest van het boekwerk zeer serieus oogt. Zwart‑wit foto's. De diverse
volksstammen.
Zie Boek 163.FRUHE
RANDKULTUREN DES MITTELMEERRAUMES. G.Lilliu ‑
H.Schubart. Schweizer Verlagshaus AG Zürich 1967, Holle Verlag GMBH. Baden‑Baden.
Het betreft Corsika, Sardinië en de
Balearen.
De foto's zijn marginaal aan een kant in het
boek bevestigd. - Corsika: blauwe glasparels kunnen Fenicisch zijn 6e-4e eeuw. -
Sardinia: 9e eeuw Feniciërs, 8e-6e handel met Etrusken en Carthagers. Ichnousa
= Sardina. 5e eeuw: verafrikanisering platteland. - Balearen: talayot + talaya
+ taula. c.650 Ebusos. Werving huurlingen. Illa dels Porros bij Mallorca:
Cementeri des fenicis. - Iberisch schiereiland: trad c.1100, archeo 8e eeuw
binnenkomst Feniciërs. Iberisch schrift gebruikt fenicische en griekse tekens. bronzen
kannen zijn fen/cypr herkomst
Zie Boek 187.LOS
FENICIOS Guadernos. Historia
16.
A.Blanco
Freijero: Marinos y mercaderes, Carlos Gonzalez: Duenos del Mediterraneo,Hermanfrid
Schubart: Los fenicios en Iberia
blz 24, Madrid/Barcelona. Diverse
nog niet eerder tegengekomen afbeeldingen. Mooie kaart op blz 17: alleen
Cyrenaica had ook geel ingekleurd moeten zijn.
La dama fenicia de Cadiz.
Zie
Boek 212.MAINAKE XXIV.
Colonizadores
e Indigenas en la Peninsula Iberica. Servicio de publiaciones, Diputacion
Provincia de Malaga.
o.a: Een bibliografisch overzicht van
de laatste 20 jaar over Oost-Andalusië. Formatie van sociale iberische
relaties: 238 plaatsen ‑ Malaka y las fenicias en el occidente mediterraneo.
Siglos VI a.C I d.C. José Luis Lopez
Castro + Bartolomé Mora Serrano. Beschouwingen over het voorkomen van de massa
iberisch keramisch materiaal in de provincie Malaga -> handelsroutes. De sociale
iberische structuur TABULA LASCUTANA Turdetanen: geen ethnische eenheid!
De Griekse historisch-geografische
inbreng met HECATAEUS HERODOTOS ERATHOSTENES STRABO
Malaka en de Fenicische plaatsen in
het westelijke deel van de Middellandse zee: een hele lijst. Oppervlakten!
La
colonizacion fenicia en Malaga :
ultimos escubrimientos. Juan Antonio Martin Ruiz. Opnieuw een hele lijst. De laatste
ontdekkingen. Hemeroskopeion=Thynnoskopeion. El final de un problema historico
mal enfocado. Francisco Javier Fernandez Nieto. Uitkijkpost bij Denia. Masalia
doet daar aan tonijnvangst. Garumplaatsen. Mastia Tarseion y el problema
geografico del segundo tratado entre Cartago y Roma. Pierre Moret. Mastia ligt
in Afrika! Reconstructie kaart Erathostenes en tekst Strabo. Tarseion =
Sardinië, Mastia = kaap Bizerte, Kaion Akroterion = kaap Bon Voorts:cultuur van
de silo's, Alcaide bij Antequera, Urgentie opgraving Penarrubia, necropool
Huerta Primera bij Cartama, plaatsbepaling Ilduris/Iliberri bij Atarfe. munten
Romeinse villa Las Torres bij Estepona. koperbaren bij Cordoba, plaatsnamen in
en voor de Flavische tijd, LEX MALACITANA, urgentie-opgravingen te Malaga en
Nerja.
De
indirecte invloed van de Fenicische aanwezigheid, veelal nog voor de Feniciërs
ook daadwerkelijk vaste kolonies hebben gesticht, wordt beschreven in:
Boek
254.EL PERIODO ORIENTALIZANTE
Actas
del III simposio Internacional de Arqueologia de Mérida: Protohistoria del
Mediterraneo Occidental. Anejos de Archivo Espanol de Arqueologia XXXV.
2
delen. Verslagen van congres te Merida. 94
artikelen.
De
oosterse invloed vooral op het Iberische schiereiland.
Zie
ook Boek 232.STRABO blz 171-172 over de “Turd” volken e.d. Over landen, volken
en steden. E.Ch.L.van der Vliet. Van Gorcum’s Historische Bibliotheek Nr.94.
Assen/Amsterdam 1977. Het is geen overlevering, maar gaat in op de figuur
Strabo zelf, zijn omstandigheden en wat en hoe hij de zaken beschreef.
Zie:ATLAS VAN DE
FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
32A.Nederzettingen op de Zuid‑Spaanse
kust: Chorreras & Morro de
Mezquitilla.
32B.Nederzettingen op de Zuid‑Spaanse
kust: Morro de Mezquitilla.
32C.Nederzettingen op de Zuid‑Spaanse kust:
Gadir / Cadiz.
32D.Nederzettingen op de Zuid‑Spaanse
kust: Almunecar = SKS.
K E L T I B E R I A
SPANJE & PORTUGAL
Archeologische begindata:
8e Guadalhorce
(El Villar), Cast.de Dona Blanca
8e/7e Abul,
Gadir, Almunecar, Abdera, Chorreras, La Fonteta
7e Malaga , Moro de
Mezquitilla, Toscanos, Penon, Alarcon, Trayamar, Cerro del Prado
7e/6e Lagos
6e Villaricos
6e/5e Jardin,
Cerro del Mar
5e Salobrena
Overigen: monding Segura, Huelva , Rio Barbate, Montilla
60.5 La civilisation
Phénicienne V.Krings E.J.Brill,Leiden ,
et punique:
Manuel de 1995
recherche; Handbook of oriental Studies.
Los Fenicios en
Andalucia.
In 1995 werd het 4e
internationale congres over Fenicische en Punische studies gehouden in Cadiz.
Dit document en de catalogus geeft inzicht in:
1.
De kolonisatie
2.
De nederzettingen
3.
Keramiek en cultureel materiaal
4.
De dodenwereld
5.
De Fenicische afdruk
Per eeuw kan het
nederzettingspatroon als volgt gekenmerkt worden:
9e bescheiden begin
8e de eerste ontwikkeling
7e het Fenicisch hoogtepunt
6e herstructurering
5e De Punische periode
4e Stabilisatie
3e De Carthaagse periode met de
Barciden
2e Onder de Romeinen
1e Transformatie
Beschrijving per
nederzetting.
Boek 100 M78.18.
Catalogo documental de J.A.M.Ruiz Cadiz, 1995
los Fenicios en Andalucia uittreksel
1.6.2. De etnografische samenstelling.
Spanje wordt in die tijd door
talloze Iberische en
Keltische stammen
bevolkt. De Cantabriërs, Asturiërs en
Vascones vinden we in het noorden.
De
Lusitaniërs bevolken het
westelijke deel van
het Iberisch
schiereiland. In het zuiden en
oosten, waarop de Feniciërs vooral hun
aandacht richten, bevinden zich o.a:
tabel 4.
Tartessiërs Ausetanen
Tittiërs Ilercavonen
Belliërs Ilergeten
Carpetanen Castuliërs
Turdestanen Cossetanen
Bastuliërs Arevaciërs
Contestanen Vacceiërs
Laletanen Turden/Tuduliërs
Indigeten Lusitaniërs
Coniërs Oretanen
Bastetanen Mastiërs
Dit zijn de meeste wat grotere
stammen. Elke stam valt meestal nog
uiteen in
elke kleinere leefgemeenschappen. In
Spanje was geen
etnografische
eenheid. Kelten en Iberiërs leefden naast en
door elkaar heen. Voor een
deel waren zij ook met elkaar
vermengd.
Op de Balearen voor de oostkust van
Spanje komt het Balearenvolk voor,
dat uiterst bedreven met slingers blijkt
te zijn. Waarschijnlijk zijn de
Basken (Vascones, Euskari) de
oerbevolking van Spanje. Zij werden in het
noorden in een hoek gedreven door
de Iberische veelheid
van stammen,
waarna ook de Kelten nog een massale
inval pleegden.
Overigens behoeven de
Tartessiërs geen aparte stam te zijn geweest. Wellicht is het mogelijk, dat zij
de bovenlaag vormden van diverse stammen in het zuiden van Spanje.
Zie:3.12.The Roman prov. C.R.Knapp Univ.Microfilms International
of Iberia
to 100 B C London/Ann
Arbor‑Michigan
19.8 Zum Gegenwartiger
M.Koch Konstanz‑XX
Deutscher
Stand der Tarsis‑ Orientalistentag 1977
Forschung Erlangen:
TARSIS‑TARTESSIË‑TARTESSIËRS &
SPANJE
Over de vraag wat er onder de namen
van "trs" verstaan moet worden
is veel en lang gedelibereerd.
Een veel omvattende studie daarover (map 42.4)
heeft M Koch gemaamkt met de
titel Tarschisch und Hispanien (Madrider Forschungen band 14 Berlin 1984).
Enige bevindingen:
‑Er moet onderscheid gemaakt
worden tussen de betekenis als naam voor een schip en voor een land.
‑Al minstens in de 8e eeuw zijn
er in het land van Tarsis Fenicische nederzettingen.
‑Het land Tarsis is leverancier
van vooral metalen.
‑Cyprus schijnt een belangrijke
rol gespeeld te hebben bij Tarsis.
‑De vroege Joden kennen Tarsis
als land en als schip. Na de balling‑
schap is veel kennis verloren gegaan en
spreken zij nog slechts over Kittäerland en Kittäerschepen.
‑Tarsisschepen zijn tot in de 4e
eeuw nog in gebruik.
‑Oorsponkelijk moet het gebied
Tarsis (als homogene etnische eenheid
trt/trs) klein geweest zijn en
gelegen hebben langs de gelijknamige
rivier.
Map 19.8.Zum
Gegenwartiger Stand der Tarsjisj Forschung, M.Koch, Konstanz, XX Deutschen
OrientalistenTag 1977, Erlangen.
Boek 254.EL PERIODO ORIENTALIZANTE
2 delen. Verslagen van congres te Merida (2005). 94 artikelen.
De oosterse invloed vooral op het Iberische schiereiland.
Zie:ATLAS VAN DE
FENICISCHE EN PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN.
20A.De Fenicische economie.
20B.De lokatie Gadir nabij Tartessië.
Garum.
Archeologisch
is er alleen iets aantoonbaanbaar vanuit de 1e eeuw v.C in een groot
aantal plaatsen. Garum is een soort dikke vissoep, die tot stand komt door in
grote stenen bakken de vis te deponeren en het geheel in te zouten. Deze stenen
bakken worden gevonden in plaatsen langs de Middellandse zeekust maar ook in
plaatsen aan de Atlantische kusten van Spanje, Portugal en Marokko. Michel
Ponsich en Miquel Taradell nemen in 1965 na Chr. aan, dat de Feniciërs hiermee
zijn begonnen. Zij exporteren het voedsel al in de 5e eeuw v.C,
wanneer het bijvoorbeeld in Athene wordt veroberd. Literaire bronnen hebben
eveneens aangetoond, dat GARUM al stamt vanuit de preRomeinse tijd. Het blijkt
verder, dat de meeste plaatsen van GARUMbereiding samenvallen met
nederzettingen van de Feniciërs en de Carthagers. In de preRomeinse tijd waren
de technieken van GARUMbereiding echter anders dan in de Romeinse tijd.
Bovendien hebben de Romeinen de installaties aan die veranderde technieken
aangepast.
1.7. De zuilen van Hercules.
Het is deze benaming, die de straat
van Gibraltar heeft gekregen van de
Grieken. Een benaming, die terug te
voeren is op de legende, die handelt
over de strijd tussen de Titanen en
de god Hercules. Voor het
Griekse
Hercules kan even goed de Tyrische
god Melkart gelezen worden, want het
waren
de Feniciërs, die
varende langs de
Noordafrikaanse kust
tenslotte de straat met de titanische
voorgebergten bereikten. Wat een
durf moet er voor nodig zijn
geweest om in
die tijd met
de kleine
schepen de relatief rustige
Middellandse zee te verlaten om zich
op de
veel woeliger Atlantische oceaan
te storten. Op
de punten van de
zeestraat werden Tingis, Abyla, Calpe
en Carteja op den duur gesticht.
Dit zijn achtereenvolgens de huidige
steden Tanger, Ceuta*, Gibraltar en
Rocadillo.
* Zie voor de
zuidelijke zuil: Boek 265.CEUTA DE LA PREHISTORIA AL FIN DEL MUNDO CLASICO
V Jornadas de historia de Ceuta. Instituto de estudios
Ceuties patronato de la ciudad autonoma de Ceuta, Ceuta 2005. Vooral het
hoofdstuk El mundo punico y la historia antigua del Africa Occidental. Una
revision desde Ceuta, Enrique Gozalbes Cravioto.
TARTESSIË:verwijzingen:
‑Tartessos,
Ocaso de un d a y una noche Alonso J C, Madrid '80
‑Tharsi‑India‑Aethiopia:
a proppsito
de Hieronm.ep.37 Rivista di Studi Fenici V, Rome 1977
‑La Andalucìa oriental y el
problema deTartessos Diverse auteurs
1969
‑El problema de Tartessos Ausejo de, S in: Serafad 1942.
‑Tarsis (Studia recentiora) 1956 Bartina s, Verbum Domini 54, 342‑348
‑Tartessos
en la historiografia espanola anterior a Schulten 1969 Tartessos y sus
problemas, 75‑78.
‑Tartessos,
fenicios y griegos 1972 Annales de Antropologia 9, 225
‑La
localizacion de la ciudad de Tartessos
Caruz Arena A, 1969
‑Tarsis,
Tartessos,Gadès Cintas P, 1966
‑Un
"vaisseau de Tharsis" sur un sarcophage sidonien Contenau G, 1921
‑Der Weg der Phöniker nach Tarsis
in literarischer und archäologischer Sicht Diversen 1972 ZDPV 88
‑Tarsis e genesis 10,4 G Garbini 1965
Boek 1.EXCAVACIONES EN EL CABEZO DE SAN PEDRO
te Huelva. J.Blazquez‑Martinez. Ministerio de Cultura 1979.
direccion general del patromonio artistico, archivos y
museos, subdireccion general de arqueologia.
Andere schrijvers: D.Ruiz Mata, J.Remesal Rodriquez,
J.L.Ramirez
Sabada, K.Clauss.
Veel
afbeeldingen van keramiek.
Opgravingscampagne van 1977:
fase I IX‑VIII tot 700 v.C: inheems/eind
brons
fase II 700‑650/625 v.C: bouw
muur/begin Feniciërs
fase III 650/625‑575/550 v.C:
hoogtij Feniciërs
Het verslag over de opgravingscampagne laat de mengcultuur van Huelva
met Griekse, Fenicische
en
Iberische invloeden zien.
Voorts: figuur 67 met het
verspreidingsgebied van keramiek met gepolijste motieven (vnl.Huelva,
Baetisvallei tot aan Cazorle en Badajoz).
Zie Boek 211.HISTORIA DE LA PROVINCIA DE MALAGA.
Desde sus origenes al la conquista
romana. Juan Antonio Martin Ruiz + Alejandro PerezeMalumbres Landa. Biblioteca
de DIVULGACION.Servicio de publiaciones, Diputacion Provincial de Malaga. 2003.
Met thematische onderwerpen, zoals onder 6.Los Fenicios, navegantes del
mediterraneo. Van bijzonder belang: 5.Tartessos, El fin de un misterio!
blz 99: Gadir, Cerro del Trigo
blz 102: Mainake
vanaf blz 122: De Fenicische
nederzettingen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten