1.7. Begin van het tweede millenium.
Babylonië
heeft slechts kort een wezenlijke invloed gehad op een deel
van de
Levantkust. Ook Egypte had in deze tijd genoeg interne problemen. 1)
De grootmachten in het Nabije Oosten hadden of
konden geen directe
belangen
laten gelden aan de kusten van de Levant. Oegarit en Byblos en
menige
andere kleine haven had de tijd om zich in zelfstandigheid verder
te ontwikkelen.
1.7.1. De Kretenzische thalassocratie.
Reeds vele
eeuwen domineert de Kretenzische handelsvaart op de
Middellandse
zee. Enorme paleizen van de Kretenzische koningen verrijzen
o.a. te
Knossus. Dan in de periode van zowat de grootste welvaart treft
in ca.1900
een zware aardbeving het eiland. Ondanks het feit, dat de
Kretenzers
zich snel van deze ramp herstellen, luidt het toch reeds een
periode van
neergang in. Het zal echter nog tot ca.1400 duren, voordat
het
definitief gedaan is met de Kretenzische hegemonie. Blijft de
situatie op
zee tamelijk onveranderd; op het land vinden rumoerige
veranderingen plaats.
1.7.2. De Indo‑Europese vloedgolf.
In de eerste
eeuwen van het tweede millenium storten zich vele Indo‑
Europese
volken met hun typerende strijdwagens op de vruchtbare halve
maan van
Voor‑Azië. Zo zijn er de Mitanni, de Kassieten en de Hethieten.
Dit laatste
volk dringt langzaam door in het huidige Klein‑Azië. De
Kassieten
bedreigen vanuit het Oosten het Babylonische rijk, terwijl de
Mitanni zich
aan de rand van Noord‑Mesopotamië vestigen. Met de komst
van deze
strijdwagenvolken komen de Amorieten in het nauw.
1.7.3. De Amorietische vorstendommen.
Van west
naar oost liggen er in Syrië o.a. de vorstendommen Oegarit,
Qatana,
Yamchad, Idamanaz, Mari en Esjnoenna. Het is omstreeks 1800, dat
de koning
van "Syrië" (Ila‑Kabkaboe) sterft en dat zijn zoon Samsi‑Adad
een
aggressieve veroveringspolitiek ter hand neemt. Binnen enkele jaren
verenigt hij
vele Amorietische vorstendommen en bedreigt zelfs Assyrië
en
Babylonië.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
1).In de tijd, dat Egypte wel een
grote invloed had, werden de vorsten
van Kanaän vaak aangeduid met de
Egyptische titel HATY-A.
INDO‑EUROPEANEN:Steunend op hun
strijdbijl en strijdwagen komen de
Indo‑Europeanen
via de Kaukasus, de Balkan en via
de Zuid‑Russische
steppen naar het zuiden. Het is
een massale
geleidelijke beweging, die meer infil‑
trerend, dan
schoksgewijs gaat. Niettemin zullen de
Indo‑Europeanen
door hun militair overwicht de lei‑
ding op zich nemen
in de vele staatjes van het
Midden‑Oosten.
Map 13.36.Migrations and
invasions in Greece and adjacent areas, N.G.L.Hammond, New Jersey, 1976.
HIMYARIETEN?: Ergens in de loop
van het IIe millennium v.C? kan een
andere instroom
tot stand gekomen zijn. De Himyarieten
ofwel 'het rode
volk' zou vanuit Jemen/Hadremaut vanuit
het zuiden binnen
gekomen zijn. De bepalende letters HMR
betekenen in het
Arabisch 'rood'. Zie:J.Mazel in de
publicatie
"Avec les Phéniciens à la poursuite du soleil
sur la route de
l'or et de l'étain", 1971.
Wellicht moet dit veel later in de tijd geplaatst worden!
TYRUS: Niet alleen Oegarit en Byblus
ontwikkelen zich in
deze tijd tot
relatief welvarende havenplaatsen.
Ook van Tyrus zijn
reeds vanuit 1900 enige leef‑
tekens bekend. Er
is een Tyrische koning (h k 3 n
D j w 3 w j), die
de stad onafhankelijk maakt.
Tyrus wordt op
een Egyptische gedenkplaat D j 3 r
genoemd. In de
legende van Keret komt de stad voor
als een
offerplaats voor Asherah (17‑15e eeuw).
Zie:ATLAS VAN DE FENICISCHE EN
PUNISCHE STAMMEN, STEDEN EN VOLKEN,
Kaart 3: De Levant in de
periode 1850-1250 v.C. Een kruispunt
van invallers.
Het groot‑Syrische
rijk van Samsi‑Adad is geen lang leven beschoren,
want de Indo‑Europeanen
en vooral opnieuw ook de Choerrieten lopen over
Syrië heen,
waarna een periode van chaos aanbreekt. Daaraan wordt na
1800 v.C
kordaat door Hammoerabi van Babylonië een einde gemaakt.
1.7.4. Hammoerabi. 1)
Omstreeks
1790 breidt Hammoerabi van Babylonië zijn macht uit ten
noorden en
ten zuiden van zijn koninkrijk. Dertig jaar later doet hij
dat nog eens
dunnetjes over door de verovering van Elam en Esjnoenna. In
1757 volgen
Mari en Assyrië. Ook de Choerrieten worden een halt toegeroe‑
pen. Na de
dood van Hammoerabi in 1750 zien de Kassieten hun kans schoon
en veroveren
Babylonië. Daarmee is de eenheid van Mesopotamië en Syrië
opnieuw
verbroken en weer breekt een periode van chaos aan.
1.7.5. De Hyksos.
Rond 1700
verkeert ook Egypte in een toestand van chaos en burgeroorlog.
Boven en
Beneden‑Egypte bestrijden elkaar. Beneden‑Egypte roept op een
gegeven
moment waarschijnlijk de Kanaänieten, Amorieten en Arabieren te
hulp. De
Egyptenaren noemen hen "Heku‑Chasoet", dat zoveel wil zeggen
als vorsten
van de woestijn. De Grieken hebben dit "Heku‑Chasoet"
verbasterd
tot Hyksos. Zelfs enige Choerrietische legerafdelingen zijn
mogelijk
onder Kanaänietische vorsten meegekomen naar Egypte. Na als
huursoldaten
de strijd voor Beneden‑Egypte te hebben beslist, grijpen de
Hyksos de
complete macht over Beneden‑Egypte om die een eeuw lang niet
meer af te
staan. Avaris wordt in deze tijd de nieuwe hoofdstad van
Beneden‑Egypte.
Tot zover
een blik over de grenzen van de Levant heen. De proto‑
Feniciërs
zijn omringd door Amorieten, Kanaänieten, Choerrieten e.d.,
die
gedeeltelijk zich ook vermengd hebben met diverse proto‑Fenicische
stammen. De
staten aan de Nijl, Eufraat/Tigris worden verscheurd door
interne
twisten of opgerold door binnenvallende stammen en volken.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
1).Voor datering regering van
Hammoerabi zie: "Alalakh and Chronology",
S.Smith + "Antiquity of
Iraq", S.A.Pallis.
DE
SOCIAAL/BESTUURLIJKE SITUATIE IN DE
SYRISCHE EN
KANAÄNIETISCHE STATEN.
Heerser
|
|
______________________________|________________________
|
| |
Priesters
Marjannu Grootgrondbezitters
|
Aristocratische |
Tempelpersoneel
klasse,steunend
__________|______
op strijdwagens |
| |
Koop‑ Hand‑ Boeren
lui werkers
Langzamerhand gaat de Marjannu aan macht
inboeten ten gunste van de
middenklasse. De kooplieden,
handwerkers en boeren zijn deels vrije
burgers, maar voor een belangrijk
deel ook koninklijke dienaren.
HABIROE: In de nabijheid van Mari aan
de Eufraat woont een nomadenstam
met de naam Habiroe, Chabiroe of
Apiroe. Zimri-lim de Amoriet, die over
Mari heerste in de 18e eeuw v.C maakt
melding van ze, maar ze komen ook
voor in Egyptische documenten. Er
wordt wel een verbinding gelegd met
de Ibrim (Hebreeën). Mogelijk hebben
delen van de Habiroe Fenicië bereikt,
want Amenhotep II (1450-1425 v.C),
Seti I (1308-1290 v.C) en Ramses II
(1290-1224 v.C) melden deze stam in
hun gevechtshandelingen.
Zie:
TWO ARCHAïC INSCRIPTIONS ON CLAY FROM BYBLUS
F M CROSS / P K McCARTER
RSF 1973
TUSSEN NIJL EN EUFRAAT (Boek
51 + Map 34.1)
B.TADEMA SPORRY
1983
Geen opmerkingen:
Een reactie posten